Doorhaling inschrijving BIG-register van verpleegkundige vanwege wegnemen medicatie zonder voorschrift of instructie

Amsterdam - Het tuchtcollege voor de gezondheidszorg in Amsterdam heeft de BIG-registratie van een verpleegkundige, die meerdere keren medicatie heeft weggenomen uit het ziekenhuis waar zij werkte, doorgehaald. Ook is er een voorlopige voorziening opgelegd wat betekent dat de verpleegkundige per direct niet meer mag werken in haar beroep. Het tuchtcollege komt tot deze beslissing omdat de patiëntveiligheid in gevaar is gebracht, de verpleegkundige niet heeft kunnen verklaren waarom zij de medicatie heeft weggenomen en omdat het tuchtcollege opmerkt dat de verpleegkundige niet in staat lijkt tot reflectie en daarmee tot verandering van haar gedrag.

Reden klacht

Klager is de raad van bestuur van het ziekenhuis waar de verpleegkundige heeft gewerkt. Het ziekenhuis verwijt de verpleegkundige dat zij meerdere keren medicijnen (benzodiazepinen) zonder toestemming en/of instructie uit de medicijnkast van het ziekenhuis heeft weggenomen en dat zij uit een weggegooide ampul opnieuw vloeistof heeft opgetrokken, waarbij zij niet de instructies op het gebied van hygiëne of het vier-ogen principe heeft opgevolgd.

De verpleegkundige heeft van 1 april 2020 tot 1 januari 2023 voor het ziekenhuis gewerkt. In de periode van 16 augustus 2022 tot en met 10 november 2022 is op meerdere momenten een afwijking geconstateerd in de medicijnvoorraad; leveringen klopten niet met het aantal voorschriften en toedieningen. Na onderzoek heeft het ziekenhuis de verpleegkundige aangemerkt als de persoon die midazolam, oxazepam en lorazepam zonder toestemming en/of instructie uit de medicijnkast heeft weggenomen. Ook is de verpleegkundige aangemerkt als de persoon die uit een weggegooide ampul (met morfine of dexamethason) opnieuw vloeistof heeft opgetrokken.

Standpunt verpleegkundige

De verpleegkundige heeft erkend dat zij medicatie heeft weggenomen en de vloeistof uit de weggegooide ampul heeft opgetrokken, maar zij heeft ook benadrukt dat zij niet opzettelijk heeft gehandeld en dat geen medicijn het ziekenhuis heeft verlaten. De opgetrokken vloeistof is niet aan een patiënt toegediend. Zij heeft het college verzocht bij het opleggen van de maatregel rekening te houden met het feit dat zij graag haar beroep wil blijven uitoefenen.

Oordeel tuchtcollege

Het college stelt vast dat de verpleegkundige in elk geval op drie momenten medicijnen uit de medicijnkast van afdeling heeft weggenomen, zonder dat zij daarvoor toestemming had en zonder dat daarvoor een voorschrift/recept aanwezig was en dat zij op de camerabeelden te zien is als de persoon die medicatie wegneemt en in een zak van haar uniform stopt. Uit de door het ziekenhuis overgelegde indeling van de medicijnkast volgt om welke medicatie het gaat, voorschriften zijn niet aangetroffen (bestaan niet), én de verpleegkundige heeft het wegnemen zonder toestemming of voorschrift van genoemde medicatie meerdere keren erkend.

Het college overweegt ook dat registratie van de medicatie op naam van een patiënt niet heeft plaatsgevonden. Het college overweegt tot slot dat het – voor zover kan worden aangenomen dat de verpleegkundige medicatie heeft weggegooid – dit niet steeds in de daarvoor bestemde afvalbak is gedeponeerd.

Wat betreft de weggegooide ampul stelt het college vast dat de verpleegkundige een ampul uit de afvalcontainer heeft gehaald en de daarin nog aanwezige vloeistof heeft opgetrokken met een naald. Vervolgens heeft zij de spuit met de opgetrokken vloeistof in de zak van haar uniform gestopt. Dit is op camerabeelden te zien en het is ook erkend door de verpleegkundige. Op zitting heeft zij gezegd dat zij van plan was de vloeistof toe te dienen aan een patiënt.  

Een en ander betekent dat de verpleegkundige niet alleen de protocollen van het ziekenhuis die betrekking hebben op het medicatiebeleid en het afvoeren van afval heeft overtreden, maar ook in meer algemene zin de veiligheid van patiënten ernstig in gevaar heeft gebracht en op zeer onzorgvuldige wijze is omgegaan met medicatie. Van belang hierbij is dat de verpleegkundige niet (goed) duidelijk kan maken wat zij nu precies met de weggenomen medicatie heeft gedaan. De verpleegkundige heeft hierover tegenover het ziekenhuis en het college immers verschillende verklaringen afgelegd. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gegrond is.

Opgelegde maatregel

Het college legt de verpleegkundige de maatregel op van doorhaling van haar inschrijving in het BIG-register. De verpleegkundige heeft op meerdere momenten in zeer ernstige mate voor haar geldende belangrijke beroepsnormen overschreden, waarbij het college het de verpleegkundige zwaar aanrekent dat zij met dit normschendend gedrag de patiëntveiligheid in gevaar heeft gebracht of in ieder geval had kunnen brengen. Nog belangrijker is dat het college er niet achter is gekomen waarom de verpleegkundige op deze wijze handelde. Dit alles maakt dat het college ervan uitgaat dat de verpleegkundige niet in staat is tot reflectie en daarmee verandering van het gedrag. Het college is ook van oordeel dat een voorlopige voorziening moet worden getroffen, en wel in de zin van een schorsing van de bevoegdheid van de verpleegkundige om de aan de inschrijving in het BIG-register verbonden bevoegdheden uit te oefenen totdat de beslissing tot doorhaling van de inschrijving onherroepelijk is geworden dan wel in beroep is vernietigd. De ernst van het gedrag van de verpleegkundige, het ontbreken van zelfinzicht en het feit dat de verpleegkundige nog steeds werkzaam is in een ziekenhuis zijn daarvoor redengevend.

De volledige geanonimiseerde uitspraak is te vinden op de webite www.tuchtrecht.nl