Gz-psycholoog krijgt voorwaardelijk verbod op herinschrijving in het BIG-register opgelegd vanwege grensoverschrijdend privécontact met cliënt

Amsterdam - De Inspectie verwijt de gz-psycholoog dat zij grensoverschrijdend heeft gehandeld in het contact met een cliënt. De gz-psycholoog staat inmiddels niet meer geregistreerd in het BIG-register. Het regionaal tuchtcollege Amsterdam verklaart de klacht grotendeels gegrond en oordeelt dat als de gz-psycholoog weer aan het werk wil gaan als gz-psycholoog, zij aan een aantal voorwaarden moet voldoen.

Reden klacht
De gz-psycholoog heeft gedurende enkele maanden een behandelrelatie gehad met een cliënt die gedurende het behandeltraject verliefde gevoelens voor haar heeft ontwikkeld. De Inspectie verwijt de gz-psycholoog dat zij ernstig grensoverschrijdend heeft gehandeld door direct na het beëindigen van de behandelrelatie gedurende lange tijd intensief privécontact met de cliënt te onderhouden, onder andere via WhatsApp en door middel van persoonlijke afspraken.

Bovendien heeft de gz-psycholoog behandelinformatie over andere cliënten met de cliënt gedeeld en daarmee haar geheimhoudingsplicht geschonden.

Standpunt zorgverlener
De gz-psycholoog heeft aangevoerd dat in haar beleving geen sprake is geweest van grensoverschrijdend handelen. Zij heeft de behandeling tijdig overgedragen aan een collega. Het privécontact heeft pas plaatsgevonden na het beëindigen van de behandelrelatie. Het voortzetten van het contact was volgens haar nodig om een terugval van de voormalige cliënt in eenzaamheid en de daardoor veroorzaakte pijn te voorkomen. Zij wilde hem de gelegenheid geven te oefenen in het opbouwen van verbinding, met het doel dat hij dit ook zou kunnen opbouwen met anderen. Zij heeft dit besproken met de behandelend psychiater en de opvolgende gz-psycholoog. Die vonden dat volgens de gz-psycholoog een goed idee. Zij heeft de voormalige cliënt de gelegenheid gegeven om te stoppen met het contact, maar hij wilde het contact telkens weer voortzetten.

Oordeel tuchtcollege
In het algemeen geldt binnen een behandelrelatie dat de cliënt of patiënt zich in een afhankelijke positie bevindt ten opzichte van de zorgverlener. Daarom mag vanuit een oogpunt van goede zorg van een vriendschappelijke of intieme relatie tussen beiden geen sprake zijn. Het is aan de zorgverlener om de grenzen van de behandelrelatie te bewaken.

Vast staat dat er tussen de cliënt en de gz-psycholoog direct na het beëindigen van de behandelrelatie intensief contact is ontstaan. Dat contact verliep voornamelijk via WhatsApp, waarbij het regelmatig ging om honderden berichten per avond. Ook hebben de cliënt en de gz-psycholoog contact met elkaar gehad per e-mail. Naast deze contacten hebben zij elkaar drie keer in persoon ontmoet, waarvan eenmaal in het bijzijn van de minderjarige dochter van de gz-psycholoog.

Het college stelt alles overwegende vast dat de gz-psycholoog de geldende professionele grenzen ernstig heeft overschreden. Zij heeft de behandelrelatie weliswaar correct beëindigd en de behandeling aan een andere gz-psycholoog overgedragen, maar niet gebleken is dat zij zich daarna, bij het aangaan van de persoonlijke relatie, ervan heeft vergewist dat de voorgaande professionele relatie geen onevenredige betekenis meer had. Gelet op de kort voor de beëindiging van de behandelrelatie opnieuw door de cliënt geuite verliefdheids-gevoelens, die zoals uit de WhatsAppwisseling bleek ook daarna bleven bestaan, had de gz-psycholoog moeten weten dat die behandelrelatie nog steeds een grote rol speelde. De ongelijkwaardige behandelrelatie werkte duidelijk door in de persoonlijke relatie; de gz-psycholoog had door haar inhoudelijke kennis overwicht in de relatie waardoor de cliënt zich afhankelijk van haar bleef voelen.

De gz-psycholoog is heel diep doorgedrongen in het privéleven van de cliënt door de zeer grote hoeveelheid WhatsAppberichten, die bovendien gedurende de eerste drie maanden vrijwel ononderbroken over en weer werden gestuurd en waarin heel vaak indringend gevoelens en andere kwesties werden geanalyseerd. Op de momenten dat de cliënt aangaf dat hij het contact liever wilde beëindigen, heeft de gz-psycholoog deze gelegenheden niet aangegrepen om het contact daadwerkelijk te stoppen. Dat de cliënt terugkwam op zijn wens maakt dat niet verschoonbaar. Door het handelen van de gz-psycholoog heeft zij de cliënt in zijn autonomie en zijn recht op privacy geschaad en daarmee onvoldoende respect getoond voor zijn fundamentele rechten en waardigheid. Door haar handelwijze heeft de gz-psycholoog ook het vertrouwen in de psychologiebeoefening geschaad. De klacht is gegrond.
 

Het college stelt aan de hand van de berichtenwisseling vast dat de gz-psycholoog ook haar beroepsgeheim heeft geschonden. De gz-psycholoog deed namelijk mededelingen aan de cliënt over andere (al dan niet voormalige) cliënten van haar of van een tbs-afdeling waar zij stage had gelopen.
 

Het college heeft geen seksueel grensoverschrijdend gedrag kunnen vaststellen. Voor zover is dit onderdeel van de klacht ongegrond.

Opgelegde maatregel
De gz-psycholoog staat op dit moment niet meer ingeschreven in het BIG-register. Dat betekent dat het opleggen van de maatregel van schorsing of doorhaling niet mogelijk is. Het college daarom, en gelet op de ernst van het tuchtrechtelijk verwijtbare handelen, aan de gz-psycholoog de maatregel opleggen van ontzegging van het recht om opnieuw in het BIG-register te worden ingeschreven (artikel 48 lid 4 Wet BIG). Gelet op de relatief jonge leeftijd van de gz-psycholoog en het feit dat zij zich toetsbaar heeft opgesteld, ziet het college aanleiding om de maatregel voorwaardelijk op te leggen, met als bijzondere voorwaarden dat de gz-psycholoog gedurende de proeftijd van twee jaar een behandeling bij een erkende leertherapeut zal volgen en daarbij de aanwijzingen opvolgt zoals hierna geformuleerd. Indien de gz-psycholoog een dergelijke therapie gaat volgen en goed afrondt, dan blijft daarmee de mogelijkheid bestaan om in haar toekomstige loopbaan desgewenst het beroep van gz-psycholoog uit te oefenen. Mocht zij niet voldoen aan de bijzondere voorwaarden, dan verliest zij definitief het recht om zich opnieuw als gz-psycholoog in het BIG-register in te schrijven.

De volledige geanonimiseerde uitspraak staat tijdelijk op deze website en zal worden gepubliceerd op de website www.tuchtrecht.nl