Gynaecoloog geschorst vanwege een seksuele relatie
Eindhoven - Het Regionaal Tuchtcollege Eindhoven verklaart de klacht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) tegen een gynaecoloog gegrond en schorst de inschrijving in het register voor de duur van één jaar waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
De IGZ diende de klacht wegens schending van de grenzen van de professionele relatie met een patiënte, door een persoonlijke en seksuele relatie met haar aan te gaan gedurende de behandelrelatie.
Reden klachten
De gynaecoloog (destijds in opleiding) en patiënte leerden elkaar kennen in de fertiliteitspolikliniek van het ziekenhuis. Tussen hen ontwikkelden zich affectieve gevoelens. Nadat patiënte vanwege het ontstaan van een (eerste) zwangerschap voor verdere behandeling was verwezen naar de afdeling verloskunde, ontstond tussen hen een persoonlijke en seksuele relatie. Tijdens de afspraken, die in een kamer van de fertiliteitspolikliniek van het ziekenhuis plaatsvonden, maakte de gynaecoloog echo’s bij patiënte zonder dat daar een indicatie of noodzaak voor bestond. De informatie over de door hem geleverde zorg droeg hij niet over aan de behandelaren van patiënte. Hij liet na om van de echo’s aantekening te maken in het medisch dossier van patiënte. Tijdens de tweede zwangerschap zouden patiënte en de gynaecoloog opnieuw een relatie hebben gehad.
Standpunt gynaecoloog
De gynaecoloog heeft het bestaan van een persoonlijke en seksuele relatie tijdens de eerste zwangerschap van patiënte erkend maar hij ontkent dat een dergelijke relatie ook tijdens de tweede zwangerschap zou hebben bestaan. Er was geen sprake meer van een behandelrelatie, aangezien patiënte onder behandeling was bij de afdeling verloskunde, bestond er tussen hen geen behandelrelatie meer. De echo’s werden ter geruststelling van patiënte gemaakt en zijn nimmer gedeclareerd bij de zorgverzekeraar. De gynaecoloog heeft zijn excuses aangeboden aan de partner van patiënte en hulp gezocht bij een psychotherapeut.
Oordeel tuchtcollege
Hoewel niet is komen vast te staan dat er ook tijdens de tweede zwangerschap van patiënte een persoonlijke en seksuele relatie heeft bestaan, verklaart het college de klacht gegrond. De gynaecoloog handelde bij het maken van de echo’s in zijn hoedanigheid van arts; daarmee werd de behandelrelatie hervat. Seksueel contact tussen een arts en een patiënt die elkaar hebben leren kennen in het kader van een geneeskundige behandeling, is niet geoorloofd. Door de echo’s en de daarmee samenhangende consulten niet in het medisch dossier van patiënte op te nemen, handelt de gynaecoloog in strijd met zijn wettelijke dossierplicht.
Opgelegde maatregel
Het college legt een schorsing op van één jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk. De gynaecoloog had moeten voorkomen dat hij persoonlijk betrokken raakte bij patiënte. Hij had het met zijn opleider moeten bespreken, hulp en advies moeten vragen dan wel de behandeling moeten overdragen. Nadat de behandelrelatie was afgesloten, had hij niet moeten ingaan op de uitnodiging van patiënte. De gynaecoloog heeft de gebeurtenissen aanvankelijk weggestopt. Het college stelt vast dat de gynaecoloog zich er thans in elk geval van bewust is dat hij onzorgvuldig en in strijd met de richtlijn heeft gehandeld. De gynaecoloog heeft hulp gezocht bij een psychotherapeut en de kwestie met zijn collega’s besproken. Mede gelet op de huidige werkzaamheden van de gynaecoloog, is de kans op recidive verminderd.