Arts gewaarschuwd wegens schending informatieplicht ondanks beroepsgeheim
Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag.
Reden klacht
De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft een met patiënt bevriende anesthesioloog (hierna verweerder) aangeklaagd omdat hij buiten de behandelend huisarts om aan patiënt in de palliatieve fase medicatie (morfine) ter bestrijding van de pijn heeft voorgeschreven.
Oordeel tuchtcollege
Het College heeft geoordeeld dat verweerder gebonden was aan zijn beroepsgeheim, ook jegens de huisarts, omdat patiënt hem geen toestemming had gegeven de huisarts te informeren. Dit betekent echter niet, aldus het College, dat een andere behandelaar, zoals in dit geval de huisarts, helemaal niet geïnformeerd kan of moet worden door verweerder. Uitgangspunt is dat wordt samengewerkt, dan wel tenminste wordt geïnformeerd, wanneer sprake is van gelijktijdige behandeling door verschillende behandelaren. Verweerder had moeten zoeken naar een manier om informatie aan de huisarts te verstrekken zonder het beroepsgeheim te schenden, dan wel naar een handelswijze om de bestaande situatie te doorbreken. Dit laatste heeft verweerder in onvoldoende mate gedaan. Mogelijk heeft daarbij zijn vriendschap met patiënt een rol gespeeld.
In dit geval is geen aanwijzing voor schade voor patiënt. Verweerder heeft patiënt vaak gezien en heeft ook in de stervensfase intensief contact onderhouden. Bovendien was hij gespecialiseerd in palliatieve zorg en was hij in grote lijnen op de hoogte van de behandeling door de huisarts.
Opgelegde maatregel
Gelet hierop heeft het College volstaan met de lichtste maatregel, te weten een waarschuwing.