Doorhaling van BIG-registratie verpleegkundige na niet-reanimatie
Groningen - Het Regionaal Tuchtcollege Groningen heeft de klacht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg tegen een voormalig verpleegkundige gegrond verklaard.
Reden klacht
De betreffende verpleegkundige was werkzaam in een ziekenhuis, alwaar zij in 2015 zelfstandig besloot een ernstig zieke patiënt niet te reanimeren toen daar noodzaak toe bestond. Ten aanzien van de patiënt, wiens behandeling was gericht op genezing, was een volledig (reanimatie)beleid afgesproken. De verpleegkundige berichtte twee te hulp geschoten collega’s ten onrechte dat patiënt niet gereanimeerd moest worden. Haar besluit om niet te reanimeren heeft de verpleegkundige niet vastgelegd in het medisch dossier noch intern besproken.
Verweer verpleegkundige
De verpleegkundige stelt dat de situatie van patiënt zodanig was dat reanimeren volgens haar niet meer zinvol was. Reanimatie zou er zelfs voor kunnen zorgen dat de patiënt zich zou verslikken in de sondevoeding en dan als gevolg daarvan zou overlijden. Volgens de verpleegkundige zou het stervensproces in dat geval nog veel erger zijn voor de patiënt dan wanneer hij niet gereanimeerd zou worden. Zij erkent niettemin dat ze in strijd met de richtlijnen, protocollen en in strijd met de ten aanzien van de patiënt gemaakte behandelafspraken heeft gehandeld. Zij is echter van mening dat zij over voldoende ervaring beschikte om zelfstandig te beslissen om wel of niet tot reanimatie over te gaan.
Oordeel tuchtcollege
Het tuchtcollege deelt de visie van de verpleegkundige in het geheel niet en verklaart de klacht in alle onderdelen gegrond. Haar redenen om niet te reanimeren acht het college onnavolgbaar, wat eveneens geldt voor haar visie dat zij een dergelijk besluit zelfstandig zou mogen nemen. Voorts wordt haar ernstig verweten dat zij, door twee collega’s bewust verkeerd in te lichten, deze collega’s de kans heeft ontnomen patiënt te reanimeren en hen achteraf in gewetensnood heeft gebracht. Ook aan het feit dat de verpleegkundige op geen enkele wijze verantwoording over haar beslissing heeft afgelegd in het ziekenhuis tilt het college zwaar. De verpleegkundige heeft met haar handelen de grenzen van een professionele beroepsuitoefening in een ernstige mate overschreden. Voorts heeft zij tijdens deze procedure geen blijk gegeven van voldoende inzicht in de verwijtbaarheid van haar handelen.
Opgelegde maatregel
Hoewel de verpleegkundige op dit moment niet meer als zodanig aan het werk is, en heeft gezegd dat ook niet meer te willen, kan niet worden uitgesloten dat zij haar werk in de toekomst zal hervatten. Het tuchtcollege acht, vooral vanwege het gebrek aan zelfreflectie bij de verpleegkundige, de kans op herhaling van het verweten handelen groot. Gelet op de ernst hiervan moet voorkomen worden dat de verpleegkundige weer als zodanig werkzaam wordt in de patientenzorg. Haar inschrijving in het BIG-register zal daarom moeten worden doorgehaald. Dit is de zwaarte maatregel die het college kan opleggen.
Door het opleggen van deze maatregel wordt ook de norm bevestigd dat verpleegkundigen, die de grenzen van hun bekwaamheid en bevoegdheid overschrijden door zonder overleg en zonder noodzaak af te wijken van afgesproken beleid ter zake van reanimatie, zich diskwalificeren voor het uitoefenen van hun beroep in de gezondheidszorg.
Voorts speelt mee dat de verpleegkundige met haar handelwijze het publieke vertrouwen in het beroep van verpleegkundige, als eerstelijns zorgverlener, ernstig heeft geschaad. De op te leggen maatregel is mede bedoeld om het publieke vertrouwen in de beroepsgroep te herstellen.
De maatregel zal worden geëffectueerd zodra deze beslissing onherroepelijk is.
Informatie voor de pers
Voor vragen over de beslissing kunt u contact opnemen met woordvoerder mw. mr. L.C. Commandeur via 06-11515022.