Klacht tegen vertrouwensarts Veilig Thuis gegrond
Amsterdam - Het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam verklaart de klachten van de ouders tegen een vertrouwensarts van Veilig Thuis (VT) gegrond.
De klachten
Klagers verwijten de vertrouwensarts van VT dat zij onzorgvuldig en vooringenomen is geweest bij de uitvoering van het onderzoek en het samenstellen van de rapportages over hun drie kinderen. De psychisch medische problematiek van de kinderen zou onzorgvuldig zijn beoordeeld. Zij zou zich verder onzorgvuldig hebben uitgelaten in een brief aan klagers oudste zoon (toen 16 jaar) en tot slot onvoldoende zelfreflectie hebben getoond.
Oordeel van het college
Tijdens het onderzoek door de vertrouwensarts is onder meer onderzocht of mogelijk sprake was van Pediatric Condition Falsification, verder: PCF, een vorm van kindermishandeling. Zij heeft hierbij onjuiste conclusies getrokken uit de beschikbare medische gegevens en heeft die niet bij de onderzoekers van de kinderen gecheckt. Zij is onvoldoende op zoek gegaan naar informatie die haar ideeën tegenspraken.
De rapportage voldeed op essentiële onderdelen, waarvoor de vertrouwensarts verantwoordelijk was, niet aan de hiervoor geldende criteria. Zo is de vertrouwensarts bij de interpretatie van de medische informatie over de kinderen onzorgvuldig geweest en buiten haar deskundigheidsgebied getreden. Daarnaast is het College van oordeel dat de vertrouwensarts op basis van haar onderzoek niet in redelijkheid tot de conclusie heeft kunnen komen dat sprake is van kindermishandeling en mogelijk van PCF. Het belang bij zorgvuldige rapportage is groot, gelet op de melding bij SAVE en de Raad voor de Kinderbescherming en verplichtte verweerster tot grote zorgvuldigheid en een zeer kritische houding.
Het College is het ook met klagers eens dat er niet zorgvuldig is gecommuniceerd met hun oudste zoon. Het College stelt op grond van de overgelegde rapportages vast dat bij hem sprake is van een disharmonisch profiel en dat hij het ontwikkelingsniveau van een jong kind heeft. Hoewel het in beginsel legitiem is om een kind van 16 jaar op de hoogte te stellen van de uitkomsten van het onderzoek, acht het College het onwenselijk om het kind met een dergelijke brief in een loyaliteitsconflict met zijn ouders te brengen. Ook het taalniveau van de brief is niet passend bij het ontwikkelingsniveau, terwijl de inhoud voor het kind zeer klemmend kan zijn.
Opgelegde maatregel
Over de vraag of de vertrouwensarts voldoende zelfreflectie heeft getoond doet het college geen uitspraken. De vertrouwensarts wordt de maatregel van een berisping opgelegd.
De volledige beslissing vindt u vanaf 25 april op tuchtrecht.nl.