Klacht over het onvoldoende in acht nemen van fundamentele rechten van kwetsbare patiënten in Kenia terecht
Wat was er aan de hand?
Het centraal tuchtcollege behandelde een zaak tegen twee artsen die een door henzelf ontwikkeld - niet volgens wetenschappelijke standaarden getest - homeopatisch middel in Kenia hebben ingezet als aidsremmer. Er zijn hierover vragen gesteld in de Tweede Kamer en de minister van VWS heeft een onderzoek gelast.
De klacht
De Inspectie voor de Gezondheidszorg verwijt de aangeklaagde artsen (onder meer) dat zij een actieve rol hebben gespeeld bij het uitvoeren van een onderzoek waarbij onvoldoende rekening is gehouden met de basis rechten van de Keniaanse HIV/AIDS-patiënten.
Wat vond het centraal tuchtcollege?
Voor medisch wetenschappelijk onderzoek zijn internationaal regels afgesproken in de Verklaring van Helsinki. In dit geval ging het om twee artsen, die in Kenia ernstig zieke patiënten hebben laten behandelen met een homeopatisch middel tegen HIV/Aids.
De patiënten die meededen aan het onderzoek, waren wel goed geïnformeerd en hebben geen gezondheidsrisico opgelopen. Maar toch moest het onderzoek volgens het centraal tuchtcollege beter worden opgezet: er hoorden volgens de Verklaring van Helsinki risico’s te worden geanalyseerd, een officieel onderzoeksprotocol opgesteld en dat moest door een ethische commissie worden getoetst.
Dat de artsen zich niet hebben gerealiseerd dat zij de regels over medisch onderzoek op mensen moesten volgen, vindt het centraal tuchtcollege verwijtbaar en het college legt een waarschuwing op; omdat sprake was van positieve bedoelingen is geen zwaardere maatregel opgelegd.
De volledige uitspraak staat op tuchtrecht.nl.