Specialist ouderengeneeskunde volgde gezondheidstoestand van patiënt onvoldoende
Het tuchtcollege in Groningen behandelde een zaak tegen een specialist ouderengeneeskunde op een revalidatieafdeling. De klacht was ingediend door de weduwe van de patiënt.
Wat was er aan de hand?
Na een beroerte was de patiënt vanuit een ziekenhuis overgedragen aan de geriatrische revalidatie afdeling van het verpleeghuis waar de arts werkte. De patiënt heeft hier ruim twee weken verbleven, waarna hij uitgedroogd en met bloedvergiftiging is opgenomen in een ziekenhuis. Daar is de patiënt twee weken later overleden.
Verweerder heeft de patiënt tijdens het verblijf gezien bij de opname op de afdeling en veertien dagen later bij een onderzoek in verband met onvoldoende vooruitgang. In de tussentijd was de onder supervisie van de arts werkende arts-assistent in opleiding tot specialist ouderengeneeskunde één keer kort langs geweest om kennis te maken.
De klacht
De weduwe vindt dat de arts de gezondheid van de patiënt niet goed in de gaten heeft gehouden en niet zijn verantwoordelijkheid heeft genomen voor de gezondheidstoestand van de patiënt. Zij heeft het verplegend personeel herhaaldelijk gevraagd om een arts te laten komen. Haar werd gemeld dat er geen arts zou komen als er geen sprake was van koorts. De arts had als eindverantwoordelijke moeten komen.
Wat vond het college?
De arts heeft aangegeven dat de arts-assistent de hoofdbehandelaar was. Het college is het daar niet mee eens en beschouwt de arts als hoofdbehandelaar.
Ook vindt het college dat de gezondheid van de patiënt onvoldoende is gemonitord door de arts. Op een afdeling waar nieuwe patiënten worden opgenomen moet de arts de patiënt zelf goed volgen. De patiënt is na de opname pas na negen dagen voor een korte kennismaking gezien door de arts-assistent en pas na twee weken door de arts. Een arts mag niet alleen vertrouwen op verzorgenden, die informatie doorgeven aan verpleegkundigen. Een arts moet de patiënt ook zelf zien en onderzoeken omdat door een arts andere observaties worden gedaan dan door de verzorging.
De arts kan zich niet verschuilen achter de manier waarop in het verpleeghuis de zorg is geregeld. Hij heeft een eigen medische verantwoordelijkheid en moet die ook nemen. Dit geldt ook voor de afspraken die met de verzorging/verpleging worden gemaakt. De arts had tijdens zijn laatste bezoek aan de patiënt al gezien tijdens dat het niet goed met hem ging. Het college vindt dat hij dan goede afspraken had moeten maken met de verpleging.
Het college legt de arts een berisping op omdat het niet nemen van de eigen medische verantwoordelijkheid hem ernstig wordt gevonden.
Er kan nog hoger beroep worden ingesteld tegen de beslissing. De volledige beslissing leest u op tuchtrecht.nl.