Berisping voor onderdeelsarts vliegbasis

Een kapitein-vlieger diende een klacht in tegen de onderdeelsarts van de vliegbasis.

Eindhoven – Een kapitein-vlieger diende een klacht in tegen de onderdeelsarts van de vliegbasis vanwege een vervalsing van zijn medisch dossier. Ook beklaagde hij zich erover dat de arts zijn beroepsgeheim heeft geschonden en zich nooit heeft verantwoord voor zijn doen en laten. Het tuchtcollege verklaart twee van de drie klachtonderdelen gegrond en berispt de onderdeelsarts.

Reden klachten
Klager was aangesteld als kapitein-vlieger op een C-130 Hercules. Op enig moment heeft de commandant van het squadron waarvan klager deel uitmaakte in een overleg van het Sociaal Medisch Team aangegeven dat hij van mening was dat klager in een andere wereld leefde. Daarna heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de commandant en de onderdeelsarts. De onderdeelsarts heeft vervolgens in het patiëntendossier van klager onder meer de diagnose(s) ‘Overige psychische stoornissen, Andere psychische stoornissen’ genoteerd. Klager verbleef op dat moment in het buitenland. Vervolgens heeft de commandant aan het personeel van het squadron meegedeeld dat klager in overleg met de onderdeelsarts vrijwillig deel zou nemen aan een psychologisch dan wel psychiatrisch traject. Van dit alles bleek geen sprake. Klager heeft de onderdeelsarts enige tijd later in twee e-mails om opheldering over de gang van zaken gevraagd. De arts heeft die e-mails nooit beantwoord.

Standpunt onderdeelsarts
De onderdeelsarts vindt dat hij niets fout heeft gedaan. Hij heeft de aantekening in klagers patiëntendossier op de gangbare manier gemaakt. Er moest een bepaalde werkcode gebruikt worden en het was gebruikelijk om dat onder de benaming ‘consult’ te doen, ook al had er geen (lijfelijk) consult plaatsgevonden. Er is geen diagnose overige of andere psychische stoornissen gesteld. De arts betwist dat hij medische informatie over klager met de commandant heeft gedeeld. Om diverse praktische redenen heeft de onderdeelsarts klagers e-mails niet beantwoord. Hij ziet in dat hij dat fatsoenshalve wel had kunnen doen.

Oordeel tuchtcollege
Het college oordeelt dat de onderdeelsarts ten onrechte een diagnose heeft toegevoegd aan klagers medisch dossier. Er had geen consult tussen klager en de onderdeelsarts plaatsgevonden. De arts had de aantekening in het medisch dossier zo moeten formuleren dat het voor opvolgende zorgverleners duidelijk was dat de informatie niet afkomstig was van klager maar van de commandant, maar heeft dat niet gedaan. Ook verwijtbaar is dat de onderdeelsarts juist heeft gekozen voor deze ziektecode. Het had voorzienbaar moeten zijn voor de arts dat dit grote gevolgen kon hebben voor klager. Dat de onderdeelsarts een gangbare werkwijze volgde en dat de software kennelijk een werkcode vereiste, betekent niet dat de arts juist gehandeld heeft. Dat de arts zijn beroepsgeheim heeft geschonden is niet komen vast te staan. De arts heeft klager ten slotte in de kou laten staan door zijn e-mails over de gang van zaken onbeantwoord te laten. Ook dat is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klager had recht op informatie. Het college verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond.

Opgelegde maatregel
Een zorgvuldig bijgehouden medisch dossier is van belang voor de kwaliteit en de continuïteit van de zorg aan de patiënt. De arts en andere (opvolgende) zorgverleners die bij de behandeling betrokken zijn of raken, moeten uit het medisch dossier kunnen begrijpen wat de medische situatie van de patiënt is (geweest).
Bij het opleggen van de maatregel acht het college van gewicht dat uit de dossiervoering niet duidelijk en met zekerheid kan worden opgemaakt op basis van welke informatie en welke (eigen) onderzoeksbevindingen de arts tot welke overwegingen en conclusies is gekomen. Het college neemt daarbij ook mee dat een arts, na een fout of een (communicatie)probleem, zijn patiënt niet mag negeren als hij om toelichting vraagt. Open en goede communicatie met een patiënt naar aanleiding van een incident is essentieel voor het wederzijds vertrouwen en het vertrouwen in de gezondheidszorg. Het college is van oordeel aan de onderdeelsarts de maatregel van berisping wordt opgelegd.

De volledige uitspraak zal ook worden gepubliceerd op www.tuchtrecht.nl