Huisarts geschorst voor niet goed beoordelen van hoofdpijnklachten
Eindhoven - Patiënte diende de klacht in tegen de huisarts vanwege onvoldoende zorg, behandeling en aandacht tijdens twee consulten. Het tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en schorst de inschrijving in het register voor de duur van drie maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
Reden klachten
Omdat klaagster tijdens haar vakantie in het buitenland erg ziek werd, belde zij naar de praktijk van de huisarts voor een spoedconsult. Zij brak haar reis af en werd direct na thuiskomst door de huisarts gezien, die aan migraine dacht, onderzoek deed en pijnstillers voorschreef. Tijdens een tweede consult, twee dagen later, wijzigde de huisarts de diagnose in darmklachten. De huisarts ging vervolgens op vakantie, waardoor de vervolgcontacten van klaagster plaatsvonden met zijn waarnemers.
Omdat klaagster niet tevreden was over de gang van zaken heeft zij zich bij een andere huisartsenpraktijk aangemeld. De nieuwe huisarts stuurde klaagster voor nader onderzoek door naar het ziekenhuis. Daar werd een hersentumor geconstateerd.
Standpunt huisarts
De huisarts stelt dat de klachten niet terecht zijn. Hij is van mening dat hij bij beide consulten de juiste, althans verdedigbare zorg heeft verleend. Hem kan niet worden verweten een hersentumor te hebben gemist.
Oordeel tuchtcollege
Het college is van oordeel dat er geen sprake is geweest van een goede en uitgebreide anamnese die volgens de NHG-standaard ‘Hoofdpijn’ noodzakelijk is. De huisarts heeft bij beide consulten niet volgens deze richtlijn gehandeld. Ook heeft hij niet gemotiveerd waarom hij van de richtlijn is afgeweken. Zijn beleid is op belangrijke onderdelen onvoldoende geweest en ook de vastlegging daarvan in het dossier is onvoldoende.
Het college oordeelt dat de huisarts onvoldoende aandacht voor de klachten van klaagster heeft gehad en niet zorgvuldig heeft gereageerd. De huisarts heeft daarmee tuchtrechtelijk ernstig verwijtbaar gehandeld. Het college verklaart de klacht gegrond.
Opgelegde maatregel
Bij het bepalen van de maatregel, houdt het college rekening met een eerdere beslissing van het tuchtcollege waarbij hem een berisping werd opgelegd voor vergelijkbaar handelen. Het college rekent het de huisarts zwaar aan dat hij daarna zijn handelen niet heeft verbeterd. Daarnaast is het college van oordeel dat de huisarts een gebrek aan zelfinzicht heeft en zich weinig invoelend naar klaagster heeft opgesteld. Omdat het college de kans op herhaling aanwezig acht, wordt de inschrijving van de huisarts in het BIG-register geschorst voor de duur van drie maanden waarvan twee voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.
De volledige uitspraak zal worden gepubliceerd op www.tuchtrecht.nl en tijdelijk op www.tuchtcollege-gezondheidszorg.nl