Berisping klinisch psycholoog/psychotherapeut

Den Haag - De Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd diende een klacht in tegen de klinisch psycholoog/psychotherapeut vanwege het downloaden, bekijken en in bezit hebben van kinderporno. Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag verklaart de klacht gegrond en legt een berisping op.

Reden klacht
De klinisch psycholoog/psychotherapeut heeft zich gedurende een periode van twee jaar meerdere malen schuldig gemaakt aan het downloaden, bekijken en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De inspectie vindt dat beklaagde de bevoegdheid moet worden ontzegd om minderjarigen te behandelen.

Standpunt beklaagde
Beklaagde heeft de feiten niet bestreden, maar voert aan dat hij zich onder professionele behandeling heeft laten stellen en het reclasseringscontact met goed gevolg heeft afgesloten. Bovendien verklaart hij nooit minderjarigen te zullen behandelen.

Oordeel tuchtcollege

Het tuchtcollege verklaart de klacht gegrond. Het downloaden, bekijken en in bezit hebben van kinderporno staat lijnrecht tegenover de algemene zorgplicht die iedereen ten aanzien van het welzijn en de gezondheid van kinderen in acht dient te nemen. Het (strafbaar) handelen van beklaagde, ook al is dit in de privésfeer geschied, gaat op geen enkele wijze samen met de hoedanigheid van een BIG-geregistreerd hulpverlener.

Met zijn gedragingen heeft beklaagde het in hem als zorgverlener gestelde vertrouwen van de samenleving geschaad. Onderliggend telt ook mee dat met downloaden van kinderporno het systeem van het plaatsen van kinderporno en het downloaden daarvan in stand wordt gehouden.

Opgelegde maatregel
Het college legt een berisping op en gaat niet mee met de door de inspectie gevraagde maatregel. Deze maatregel, een aantekening in het BIG-register waarbij de bevoegdheid wordt ontnomen om minderjarigen te behandelen, is in deze casus niet logisch. De inspectie heeft tijdens de zitting verduidelijkt dat zij geen risico ziet dat beklaagde minderjarige cliënten zou betasten of misbruiken. Daar staat tegenover dat de impact op beklaagde van de gevraagde maatregel zonder twijfel groot is. Dit zou voor beklaagde in wezen hetzelfde betekenen als een algehele doorhaling. Doorhaling vindt het college een te zware maatregel.

Een berisping volstaat naar het oordeel van het college. In dat oordeel is meegenomen dat beklaagde de verweten gedragingen volledig heeft erkend en zelf heeft gemeld, dat hij zich aan de afspraken met de reclassering heeft gehouden en zich onder professionele behandeling heeft laten stellen. Daaruit bleek dat beklaagde geen pedofiele aard heeft. Verder is beklaagde niet eerder voor dergelijk of ander tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen veroordeeld en is de kans op recidive laag. Bovendien is hij (direct) op non-actief gesteld door zijn voormalig werkgever en inmiddels zo’n twee-en-een-half jaar niet meer werkzaam als klinisch psycholoog/psychotherapeut.

De volledige uitspraak zal worden gepubliceerd op www.tuchtrecht.nl en tijdelijk op deze website. Via de perswoordvoerder RTG Den Haag/Amsterdam (mw. mr. G.G.M.L. Huntjens, tel. 06-55486225) kan een persrechter worden benaderd.