Onvoorwaardelijke schorsing internist voor de duur van één jaar vanwege grensoverschrijdend gedrag tegenover co-assistenten
Den Haag - Drie co-assistenten hebben een klacht ingediend tegen de internist die hen gedurende hun coschap interne geneeskunde onderwijs heeft gegeven. Klaagsters stellen dat de internist zich tijdens echografieonderwijs seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen en dat hij daarbij heimelijk beeldopnames heeft gemaakt. Het Regionaal Tuchtcollege (RTG) heeft de klacht gegrond verklaard en bepaald dat de internist zijn beroep niet meer mag uitoefenen. Het Centraal Tuchtcollege (CTG) is van oordeel dat het RTG de klacht terecht en op goede gronden in alle onderdelen gegrond heeft verklaard. Het beroep van de internist tegen de hoogte van de opgelegde maatregel slaagt. Het CTG legt de internist een schorsing op voor de duur van één jaar. Dit is de maximale schorsingsduur die het CTG kan opleggen.
Reden klacht
Klaagsters kregen op de laatste dag van hun coschap onderwijs van de internist in echografie E-FAST, waarbij ook werd geoefend met vaatonderzoek van de liezen. Vooraf hadden zij hierover ter voorbereiding geen verdere praktische informatie gekregen. Klaagsters moesten zich tot op hun onderbroek uitkleden en oefenden op elkaar, waarbij de internist meekeek en de echokop regelmatig overnam om iets te laten zien. Volgens klaagsters heeft de internist daarbij ongevraagd en onaangekondigd hun schaamstreek aangeraakt en hun string opzijgeschoven en heeft hij tijdens het onderwijs beelden gemaakt met zijn mobiele telefoon. Klaagsters hebben ieder afzonderlijk aangifte gedaan tegen de internist.
Standpunt internist
De internist heeft een beroep gedaan op de niet-ontvankelijkheid van klaagsters. Verder stelt hij dat hij niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Hij heeft de feitelijke weergave van de co-assistenten in de kern niet weersproken, maar volgens de internist waren de beschreven handelingen noodzakelijk voor het deugdelijk uitvoeren van het onderzoek. De internist ontkent dat hij met zijn telefoon belastende foto’s of filmpjes heeft gemaakt tijdens de onderzoeken. Hij zou de videofunctie van zijn telefoon hebben gebruikt om de tijd op te nemen, omdat de in de kamer aanwezige klok kapot was.
Oordeel Regionaal Tuchtcollege d.d. 24 maart 2023
Het RTG is van oordeel dat klaagsters ontvankelijk zijn in de klacht en verklaart alle klachtonderdelen gegrond. Het RTG acht de verklaringen van klaagsters voldoende geloofwaardig om uit te gaan van de daarin beschreven gebeurtenissen, omdat deze verklaringen op of direct na het incident door ieder van hen apart en in hun eigen bewoordingen schriftelijk zijn vastgelegd. Daarbij komen ze grotendeels op de van belang zijnde punten overeen. Tijdens de zitting hebben klaagsters dit herhaald en toegelicht, en ook zijn deze verklaringen (in de kern) niet weersproken door de internist. Op grond van de verklaringen stelt het RTG vast dat de internist zich (seksueel) grensoverschrijdend heeft gedragen en vindt het RTG het ook aannemelijk dat de internist tijdens het onderwijs video-opnames heeft gemaakt van klaagsters. Het RTG legt de internist de maatregel op van doorhaling van zijn inschrijving in het BIG-register. De wijze waarop de internist klaagsters heeft behandeld is onbegrijpelijk en onaanvaardbaar. Hij heeft daarmee het vertrouwen van klaagsters misbruikt en beschaamd en hun mentale gezondheid geschaad. Ook heeft de internist met zijn gedragingen als opleider van co-assistenten de kwaliteit van de individuele gezondheidszorg ondermijnd. De internist heeft bovendien, ook ter zitting, niet het inzicht getoond dat zijn gedragingen volstrekt onaanvaardbaar zijn.
Beroep internist
De internist heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van het RTG. Hij is het niet eens met het oordeel van het RTG dat klaagsters ontvankelijk zijn in de klacht en de klacht gegrond is. Daarnaast is de internist van mening dat voor zover een maatregel is aangewezen, een lichtere maatregel dan door het RTG is opgelegd volstaat.
Oordeel CTG
Het CTG is net als het RTG van oordeel dat klaagsters ontvankelijk zijn in hun klacht, maar dan op (iets) andere gronden. Het CTG is verder van oordeel dat het RTG de klacht terecht en op goede gronden in alle onderdelen gegrond heeft verklaard. Wel legt het CTG de internist een lichtere maatregel op dan het RTG: een onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van één jaar.
De internist heeft ernstig tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Hij heeft misbruik gemaakt van zijn machtspositie ten opzichte van klaagsters en de door hem in acht te nemen zorgvuldigheids- en integriteitsnormen vergaand overschreden. De internist heeft er bovendien op geen enkele manier blijk van gegeven dat hij zich bewust is van het verwerpelijke van zijn handelen en dat hij oog heeft voor de gevolgen daarvan voor klaagsters. De impact van het handelen van de internist, mede bezien in het licht van de huidige maatschappelijke opvattingen over grensoverschrijdend gedrag binnen machtsstructuren, rechtvaardigt op zichzelf een zware maatregel.
Het CTG weegt verder mee dat de internist tijdens de ruim twintig jaar dat hij als arts werkzaam is geweest nooit eerder met het tuchtrecht in aanraking is geweest. Het gaat hier -voor zover het CTG op basis van de nu beschikbare informatie heeft kunnen vaststellen- om een eenmalig zeer ernstig incident. De internist is vanwege dit incident ontslagen en zal er strafrechtelijk voor vervolgd worden. Het CTG voegt daar nog aan toe dat uit de jurisprudentie van het CTG in zaken met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag volgt dat de maatregel van doorhaling uitsluitend wordt opgelegd in kwesties waarin het seksueel grensoverschrijdend handelen van de zorgverlener ernstiger van aard is geweest. Dit alles tezamen maakt dat het CTG doorhaling van de inschrijving van de internist in het BIG register te zwaar vindt en de een na zwaarste maatregel van onvoorwaardelijke schorsing voor de duur voor één jaar passend en geboden acht. Dit is de maximale schorsingsduur die het CTG kan opleggen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft bij voorlopige voorziening al een schorsing opgelegd. Deze schorsing is ingegaan op de dag van de uitspraak van de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege: 24 maart 2023. De door het Centraal Tuchtcollege opgelegde schorsing gaat daarom op die datum in.
De volledige geanonimiseerde uitspraak zal worden gepubliceerd op www.tuchtrecht.nl en tijdelijk op deze website.