Klacht tegen huisarts over off-label voorschrijven antipsychoticum quetiapine als slaapmiddel ook in beroep ongegrond
Den Haag – Klager had last van slaapproblemen. Op een gegeven moment heeft de huisarts klager hiervoor quetiapine voorgeschreven. Klager verwijt de huisarts dat zij hem een antipsychoticum heeft voorgeschreven en daarbij geen, of onvoldoende, informatie heeft gegeven over de risico’s van deze medicatie en over eventuele alternatieven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt zowel het beroep van klager als het beroep van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.
De klacht
De huisarts werkt in een praktijk speciaal voor patiënten die in de reguliere huisartsenzorg moeilijk in zorg komen of in zorg te houden zijn. Vaak gaat het om mensen met multiproblematiek, waaronder complexe sociaal-maatschappelijke problemen zoals dakloosheid, geregeld in combinatie met verslavings-, psychiatrische en/of gedragsproblematiek. Klager is twee jaar patiënt bij de huisarts geweest. Op een gegeven moment heeft de huisarts aan klager quetiapine voorgeschreven voor zijn slaapproblemen. Klager verwijt de huisarts dat zij hem een antipsychoticum heeft voorgeschreven en daarbij geen, of onvoldoende, informatie heeft gegeven over de risico’s van deze medicatie en over eventuele alternatieven.
Oordeel Regionaal Tuchtcollege
Het Regionaal Tuchtcollege heeft overwogen dat over het off-label voorschrijven van quetiapine als slaapmiddel veel artikelen en onderzoeken zijn verschenen, met wisselende uitkomsten. De algemene conclusie is dat quetiapine beter niet off-label gebruikt kan worden als slaapmiddel, gezien de geringe effectiviteit bij zogenoemde primaire slaapstoornissen en de kans op bijwerkingen. De richtlijn ‘Slaapproblemen en slaapmiddelen’ van het NHG raadt daarom het voorschrijven van quetiapine bij slaapproblemen af. Naar het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege was bij klager echter geen sprake van een zogeheten primaire slaapstoornis, waar de genoemde richtlijn op ziet. Bij hem was sprake van multiproblematiek, op het gebied van geestelijk en sociaal maatschappelijk functioneren, en het is aannemelijk dat zijn slaapproblemen in ieder geval mede daardoor veroorzaakt worden. Dat de huisarts in afwijking van de richtlijn toch quetiapine heeft voorgeschreven, betekent volgens het Regionaal Tuchtcollege dan ook niet dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld. In de praktijk van de huisarts wordt quetiapine bovendien veelvuldig voorgeschreven, vanwege de bij haar specifieke patiëntenpopulatie veel voorkomende (post)verslavingsproblematiek. Zij heeft dus ruime ervaring met dit middel. Door de huisarts is goed gemotiveerd waarom zij voor dit off-label voorschrijven van quetiapine aan klager heeft gekozen. Het Regionaal Tuchtcollege kan de redenering en handelwijze van de huisarts in dit geval volgen en komt tot de conclusie dat de huisarts voldoende zorgvuldig heeft gehandeld.
Oordeel Centraal Tuchtcollege
Zowel klager als de inspectie hebben beroep ingesteld tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat het ontbreken van een richtlijn of protocol niet zonder meer in de weg staat aan off-label voorschrijven. Ook ander bewijs (‘evidence based’) en de stand van de wetenschap en de praktijk kan het voorschrijven van medicatie zonder dat dit in een richtlijn is beschreven, rechtvaardigen. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat dat het voorschrijven van quetiapine aan klager voor zijn slaapproblemen in dit geval voldoet aan de stand van de wetenschap en de praktijk en daarmee niet tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de huisarts de zorgvuldigheidseisen bij het off-label voorschrijven de quetiapine aan klager voldoende in acht heeft genomen. De conclusie is dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
De volledige uitspraak zal worden gepubliceerd op www.tuchtrecht.nl en staat tijdelijk op deze website.