Agenda CTG
De zittingen van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg worden zo'n drie weken van tevoren gepubliceerd in deze agenda.
De openbare zittingen van het CTG zijn in het Paleis van Justitie, Prins Clauslaan 60, Den Haag. Wilt u als bezoeker een zitting bijwonen? Standaard is voor bezoekers een aantal plekken beschikbaar. Komt u met een groep? Meld de groep dan van tevoren aan.
Zitting op woensdag 23 april 2025
Zaaknummer
C2024/2542
Partijen
Klager / arts
Gemachtigde van arts
Mr. S. Koelewijn te Utrecht
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een arts werkzaam als medisch adviseur bij het CBR. De arts heeft klager voor medisch onderzoek naar een psychiater verwezen. Klager verwijt de arts dat hij hem heeft verwezen zonder hem eerst te horen en dat hij aan de verwijzing heeft toegevoegd dat hij twijfelde aan klagers gezichtsvermogen. Het RTG heeft vastgesteld dat niet de arts maar het CBR bepaalt of een medisch onderzoek moet plaatsvinden. De arts beoordeelt alleen welke type specialist dat onderzoek moet doen. Pas als de informatie van het CBR vragen oproept, kan er voor de arts reden zijn om contact op te nemen. Dat was hier niet het geval. Uit de tekst en verdere context van de verwijzing blijkt naar het oordeel van het RTG niet dat er twijfels waren over het gezichtsvermogen van klager.
RTG Amsterdam
De klacht is in beide onderdelen kennelijk ongegrond
Zaaknummer
C2024/2595
Partijen
Klager / uroloog
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een uruloog, die door de voorzitter van RTG ’s-Hertogenbosch als kennelijk niet-ontvankelijk is afgewezen omdat niet of onvoldoende duidelijk is geworden wat klager de uroloog precies verwijt.
Zaaknummer
C2024/2585
Partijen
Klager / oogarts
Gemachtigde van oogarts
Mr. S. Slabbers te Utrecht
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een oogarts. Klager heeft begin januari 2022 een ooglaserbehandeling ondergaan. Hij heeft twee maanden daarna last gekregen van droge ogen en pijn. Hij is ontevreden over het vooronderzoek en de informatievoorziening. Ook klaagt hij over de behandeling door een niet BIG-geregistreerde zorgverlener, onder supervisie van een oogarts, tegen wie de klager ook een klacht heeft ingediend (C2024/2586). Klager verwijt de oogarts dat hij als medisch directeur niet heeft gehandeld on overeenstemming met de verantwoordelijkheid die voor hem voortvloeit uit artikel 7:453 BW.
RTG Amsterdam
Verklaart klager gedeeltelijk niet-ontvankelijk in zijn klacht en verklaart de overige klachtonderdelen ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2586
Partijen
Klager / oogarts
Gemachtigde van oogarts
Mr. T.A.M. Oosterhout te Utrecht
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een oogarts. Klager heeft begin januari 2022 een ooglaserbehandeling ondergaan. De ingreep is uitgevoegd door een in het buitenland opgeleide arts onder supervisie van de oogarts. Na de ingreep heeft klager last gekregen van onder andere droge ogen en oogpijn. De klacht komt erop neer dat volgens klager het vooronderzoek niet juist is uitgevoerd, waardoor niet duidelijk is geworden dat hij in een risicogroep viel en de operatie ten onrechte is uitgevoerd. Verder is hij ontevreden over de informatie die hij voor de operatie heeft ontvangen. De risico’s zijn daarin te rooskleurig weergegeven, als gevolg waarvan hij geen weloverwogen keuze heeft kunnen maken. Verder verwijt hij de oogarts dat zij opdracht heeft gegeven aan een onbevoegd en onbekwaam persoon om de ingreep uit te voeren.
RTG Amsterdam
Verklaart klachtonderdelen g) en i) gegrond, legt de oogarts de maatregel op van waarschuwing en verklaart de klacht voor het overige ongegrond.
Zitting op maandag 28 april 2025
Zaaknummer
C2024/2555
Partijen
Klager / bedrijfsarts
Gemachtigde van bedrijfsarts
Mr. S. Dirven te Nieuwegein
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een bedrijfsarts. Klager is langdurig uitgevallen voor zijn werk. De bedrijfsarts heeft hem in het kader van zijn re-integratie begeleid. Klager vindt dat de bedrijfsarts onvoldoende voor hem heeft gedaan, medisch niet goed heeft gehandeld en heeft samengespannen met klagers werkgever, waardoor hij geen eerlijke behandeling heeft gehad. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat de bedrijfsarts na zijn constatering dat voor verder herstel van klager verdere interventie nodig is, onvoldoende op een adequate interventie heeft ingezet en zich daarnaast onvoldoende heeft ingezet op een verbetering van contacten tussen klager en diens werkgever.
RTG ’s-Hertogenbosch
- verklaart de klachtonderdelen a en b gedeeltelijk gegrond voor zover klager de bedrijfsarts verwijt geen adequate behandeling en interventie te hebben ingezet;
- legt de bedrijfsarts de maatregel van waarschuwing op;
- verklaart de klacht voor het overige ongegrond;
- bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften: Tijdschrift voor Gezondheidsrecht; Gezondheidszorg Jurisprudentie; Medisch Contact en Het tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde.
Zaaknummer
C2024/2565
Partijen
Bedrijfsarts / klaagster
Gemachtigde van klaagster
Mr. M.J. Snijder te Leiden
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een bedrijfsarts. Klaagster vervoerde met een taxibusje kinderen met een beperking en mensen met dementie. Vanaf 30 november 2022 was klaagster door haar werkgever ziek gemeld in verband met een peesontsteking aan haar pols. Klaagster kwam in verband met deze ziekmelding bij de bedrijfsarts op het spreekuur. Klaagster verwijt verweerder dat hij de diagnose Alzheimer bij haar heeft gesteld terwijl hij geen onderzoek heeft gedaan. Vervolgens heeft hij haar om die reden structureel ongeschikt verklaard voor haar werk als chauffeur personenvervoer. Toen klaagster met verweerder in gesprek wilde gaan heeft hij meermalen de afspraak afgezegd zodat het nooit tot een gesprek is gekomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard omdat de bedrijfsarts onzorgvuldig heeft gehandeld door zonder deugdelijke basis een ernstige diagnose te stellen. Daarnaast heeft de bedrijfsarts naar het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege nalatig gehandeld door geen opvolging te geven aan de afspraken, wat eveneens tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Mede omdat de bedrijfsarts geen zelfinzicht heeft getoond en de klacht niet serieus heeft aangepakt heeft het Regionaal Tuchtcollege een berisping opgelegd.
RTG ’s-Hertogenbosch
- verklaart de klacht gegrond;
- legt verweerder de maatregel op van berisping;
- bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht en aan Medisch Contact.
Zitting op woensdag 7 mei 2025
Zaaknummer
C2024/2470
Partijen
Klaagster/physician assistant
Gemachtigde klager
Dhr. mr. J.R. Meelker
Gemachtigde physician assistant
Dhr. mr. T.A.M. van Oosterhout
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht van een verzekeraar tegen een physician assistant werkzaam als medisch adviseur. Na een verkeersongeval bestaande uit een kop-staartaanrijding is de verzekeraar aansprakelijk gesteld door de passagier van de auto die van achteren werd aangereden door een bij de verzekeraar conform de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen verzekerde auto. De physician assistent adviseert de passagier en diens letselschadeadvocaat omtrent de medische gevolgen, afwijkingen en beperkingen van betrokkene. Klaagster stelt dat zij door het handelen van de physician assistant wordt benadeeld in het proces tot afwikkeling van de schade. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat klaagster niet bevoegd is om een klacht in te dienen omdat zij geen rechtstreeks belanghebbende is in de zin van artikel 65 lid 1 onder a Wet BIG.
RTG ‘s-Hertogenbosch: de voorzitter verklaart klaagster niet-ontvankelijk.
Zaaknummer
C2025/2693
Partijen
Klager/psychiater
Gemachtigde van psychiater
Mw. mr. M.J. de Groot
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een psychiater. De psychiater is de zwager van klager. Klager verwijt de psychiater dat hij in een civiele procedure over de nalatenschap (hierna: (de) civiele procedure) een valse verklaring over de geestelijke gesteldheid en de gezondheid van klager heeft gegeven. Volgens klager heeft verweerder hiervoor zijn beroepstitel psychiater misbruikt en de KNMG-gedragscode heeft geschonden. Verweerder heeft aangevoerd dat klager kennelijk niet-ontvankelijk moet worden geacht omdat klager geen rechtstreeks belanghebbende is, de verweten gedraging niet onder de eerste en tweede tuchtnorm valt en klager misbruik maakt van het klachtrecht. Het RTG komt tot het oordeel dat klager ontvankelijk is in zijn klacht en verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
RTG ’s-Hertogenbosch: verklaart de klacht kennelijk ongegrond en bepaalt dat deze beslissing, nadat deze onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan Medisch Contact.
Zaaknummer
C2025/2694
Partijen
Klaagster/dezelfde psychiater
Gemachtigde van psychiater
Mw. mr. L.F.W. van Zuijlen
Gemachtigde van klaagster
Dhr. M.P.M. Roos
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een psychiater. De psychiater is de broer van klaagster. Klaagster verwijt de psychiater dat hij: A. de vader wilsonbekwaam heeft verklaard in 2012; B. een geantedateerde schuldbekentenis heeft opgesteld; C. heeft geweigerd duidelijke informatie te verschaffen over het welzijn van de vader en over zijn betrokkenheid als psychiater in de laatste jaren van het leven van de vader; D. heeft gelogen over het handelen naar de vader; E. zich onnodig positief heeft uitgelaten over de situatie van de vader; F. op 5 maart 2024 klaagster tijdens de zitting bij het gerechtshof heeft gechanteerd met als doel klaagster te laten stoppen met het hoger beroep in de erfrechtelijke procedure. Verweerder heeft aangevoerd dat klaagster kennelijk niet-ontvankelijk moet worden geacht omdat er sprake is van verjaring en misbruik van recht, klaagster geen rechtsreeks belanghebbende is en de klacht niet kan worden getoetst aan de eerste en tweede tuchtnorm.
RTG ’s-Hertogenbosch: verklaart klaagster kennelijk niet-ontvankelijk in haar klacht voor de klachtonderdelen A, E en F, verklaart de klacht voor het overige kennelijk ongegrond en bepaalt dat deze beslissing, nadat deze onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan Medisch Contact.
Zaaknummer
C2024/2522
Partijen
Psychiater/klager
Gemachtigde van psychiater
Mw. mr. A.C.C. Geerts
Gemachtigde van klager
Mw. mr. drs. S. Slabbers
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een psychiater. De psychiater heeft in het kader van een langlopende letselschade procedure na een ongeval een (derde) deskundigenrapport opgesteld. Daarbij heeft zij geconcludeerd dat er bij klager vermoedelijk sprake is van een psychiatrische stoornis in de vorm van een paranoïde persoonlijkheidsstoornis die niet het gevolg is van het ongeval. Klager is het niet eens met de wijze waarop de psychiater tot haar conclusie is gekomen.
RTG ‘s- Hertogenbosch: verklaart de klacht gegrond, legt aan de psychiater de maatregel op van berisping, bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan het tijdschrift ‘Medisch Contact’.
Zaaknummer
C2024/2543
Partijen
Klager/psychiater
Gemachtigde van psychiater
Mw. mr. M.J. de Groot
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat aan hem dwangmedicatie is toegediend zonder de juiste medische indicatie, aanleiding en criteria.
RTG Zwolle: verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
Zitting op woensdag 14 mei 2025
Zaaknummer
C2024/2660
Partijen
Klagers/huisarts
Gemachtigde van klagers
Dhr. mr. H.J. Oosterhagen
Gemachtigde van huisarts
Mw. mr. L.F.W. van Zuijlen
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een huisarts werkzaam in een PI. Klagers zijn de ouders en zus van patiënte. Zij is gedurende haar detentie op 32-jarige leeftijd in de PI overleden aangetroffen. De huisarts was die dag de dienstdoende huisarts aldaar. Klagers verwijten hem onzorgvuldige verslaglegging over hoe patiënte na haar overlijden is aangetroffen.
RTG ’s-Hertogenbosch: verklaart de klacht ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2568
Partijen
Klager/huisarts
Gemachtigde van klager
Dhr. P.W.V.M. Dicker
Gemachtigde van huisarts
Mw. mr. T.M. Vollbehr
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een huisarts. Klager heeft bij de huisarts het medisch dossier van zijn moeder opgevraagd. Hij verwijt de huisarts dat zij het medisch dossier niet aan hem heeft verstrekt.
RTG Amsterdam: verklaart klager ontvankelijk in de klacht, verklaart de klacht kennelijk ongegrond en bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan het tijdschrift Medisch Contact.
Zaaknummer
C2024/2668
Partijen
Klager/huisarts
Gemachtigde van klager
Dhr. mr. T.D.D. Loeffen
Gemachtigde van huisarts
Mw. mr. H.B.M. Vrieling
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen huisarts. Klager verwijt de huisarts gebrek aan medewerking bij het verkrijgen van een verklaring wilsbekwaamheid voor het opheffing van bewind, van dossiernotities en over het verstrekken van medische informatie aan onafhankelijke arts.
RTG ’s-Hertogenbosch: verklaart de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2670
Partijen
Klager/huisarts
Gemachtigde van huisarts
Mw. mr. H.B.M. Vrieling
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een huisarts. Klager heeft een besnijdenisoperatie gehad. Klager verwijt verweerster dat zij een onjuiste prognose heeft gegeven over het herstel na de besnijdenis, dat zij hun vertrouwensrelatie heeft beschadigd en dat zij heeft gehandeld vanuit een tunnelvisie.
RTG ’s-Hertogenbosch: verklaart de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2671
Partijen
Dezelfde klager/huisarts
Gemachtigde van huisarts
Mw. mr. H.B.M. Vrieling
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts dat zij de patiëntenrechten van klager niet in acht heeft genomen door onder andere het medisch dossier niet aan te passen nadat klager had gewezen op fouten. Verder verwijt klager de huisarts dat zij heeft gehandeld vanuit tunnelvisie omdat zij zich heeft laten leiden door een verkeerde diagnose van de vorige huisarts van klager.
RTG ’s-Hertogenbosch: verklaart de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2672
Partijen
Dezelfde klager /(destijds) arts
Gemachtigde van arts
Mw. mr. drs. E.E. Rippen
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een huisarts (destijds arts in opleiding tot huisarts). Klager verwijt de huisarts dat zij de patiëntenrechten van klager niet in acht heeft genomen door onder andere het medisch dossier niet aan te passen nadat klager had gewezen op fouten. Verder verwijt klager de huisarts dat zij heeft gehandeld vanuit tunnelvisie omdat zij zich heeft laten leiden door een verkeerde diagnose van de vorige huisarts van klager.
RTG ’s-Hertogenbosch: verklaart de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2025/2781
Partijen
Dezelfde klager / huisarts
Gemachtigde van klager
Mw. mr. M.A. Smits
Gemachtigde van huisarts
Mw. mr. drs. E.E. Rippen
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen huisarts. Klager verwijt de huisarts dat zij de patiëntenrechten van klager niet in acht heeft genomen (door het medisch dossier niet aan te passen op verzoek van klager en door incorrecte aantekeningen), dat zij de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt heeft beschadigd (door onjuistheden en onjuiste data in het dossier te noteren en het niet aanpassen van het dossier) en dat zij heeft gehandeld vanuit een tunnelvisie.
RTG ’s-Hertogenbosch: verklaart de klacht ongegrond en bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan het tijdschrift Medisch Contact.
Zitting op woensdag 19 mei 2025
Zaaknummer
C2024/2382
Partijen
Klager/kinderarts
Gemachtigde van kinderarts
Mw. mr. L. Bartelsman
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een kinderarts. De dochter van klager werd medio 20212 prematuur geboren in een ziekenhuis. Tien dagen na de geboorte werd de dochter overgeplaatst naar de afdeling neonatologie van een ander ziekenhuis. In dit laatste ziekenhuis was de kinderarts werkzaam. Klager verwijt de kinderarts het volgende: a) De kinderarts heeft als hoofdbehandelaar onvoldoende zorggedragen voor een vakkundige en zorgvuldige behandeling. Zij is niet het centrale aanspreekpunt geweest. Zij heeft niet kunnen verantwoorden dat de door de betrokken zorgverleners gegeven behandelingen in verhouding waren en bijdroegen. Zij is zich onvoldoende bewust geweest van het butterfly-effect; b) De kinderarts heeft de dochter zorg verleend zonder toestemming van klager; c) De kinderarts heeft haar beroepsgeheim geschonden door een AMK-melding te doen en door tijdens de AMK-procedure informatie te delen; d) De kinderarts heeft als hoofdbehandelaar onvoldoende toegezien op adequate dossiervoering, zodat noodzakelijke gegevens voor de hulpverlening van de dochter in het dossier zijn vermeld. Subjectieve en objectieve informatie is niet van elkaar te onderscheiden.
RTG ’s-Hertogenbosch: verklaart klager niet-ontvankelijk voor wat betreft klachtonderdeel c), verklaart klager gedeeltelijk niet-ontvankelijk voor wat betreft de klachtonderdelen a), b), en d), verklaart de klacht voor het overige kennelijk ongegrond. De (gedeeltelijke) niet-ontvankelijkverklaring van de verschillende klachtonderdelen houdt verband met de conclusie van het Regionaal Tuchtcollege dat die klachtonderdelen (deels) verjaard zijn.
Zaaknummer
C2024/2521
Partijen
Klager/gz-psycholoog
Gemachtigde van gz-psycholoog
Mw. mr. N.M.K. Damen
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een gz-psycholoog. Klager is vervolgd voor belaging. De rechtbank Amsterdam heeft hem de maatregel TBS met dwangverpleging opgelegd. In de procedure in hoger beroep is de gz-psycholoog gevraagd een contra-expertise uit te voeren naar de geestvermogens van klager. Klager verwijt de gz-psycholoog dat hij bij klager een waanstoornis heeft vastgesteld. Ook verwijt hij hem dat hij gedurende het onderzoek onaangekondigd vijf maanden is weggebleven en dat hij heeft geweigerd om de gesprekken met klager op te nemen.
RTG Amsterdam: verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2548
Partijen
Klaagster/klinisch psycholoog
Gemachtigden van klaagster
Dhr. K. Kompaan en J. Groninger
Gemachtigde van klinisch psycholoog
Mw. mr. C. Grondsma
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een directeur behandelzaken/klinisch psycholoog. Klaagster is in 2021 als minderjarige vanwege psychische klachten vrijwillig opgenomen in een GGZ-instelling. Verweerster is klinisch psycholoog/psychotherapeut en directeur behandelzaken van de GGZ-regio waar ook de GGZ-instelling onder valt. Nadat zich eind 2021 een incident heeft voorgedaan, heeft de GGZ-instelling tegen klaagster aangifte van zware mishandeling gedaan en is klaagster aangehouden. De pleegvaders van klaagsters verwijten de directeur behandelzaken/klinisch psycholoog namens klaagster dat zij a) zonder nazorg de zorg aan klaagster heeft stopgezet en een oplossing heeft afgedwongen, waardoor het belang van klaagster niet voorop is gesteld, b) geen ontslagbrief heeft geschreven, c) in de laatste week niet transparant is geweest en informatie rondom de opname heeft achtergehouden en d) het functioneren van haar ondergeschikten beter had moeten controleren en de behandeling van klaagster beter had moeten monitoren.
RTG Zwolle: verklaart de klacht ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2547
Partijen
Dezelfde klaagster/verpleegkundig specialist
Gemachtigden van klaagster
Dhr. K. Kompaan en J. Groninger
Gemachtigde van verpleegkundig specialist
Mw. mr. C. Grondsma
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een verpleegkundig specialist. Klaagster is in 2021 als minderjarige vanwege psychische klachten vrijwillig opgenomen in een GGZ-instelling. De verpleegkundig specialist was als zodanig en als ondersteuner/waarnemer van de regiebehandelaar bij de behandeling van klaagster betrokken. Nadat zich eind 2021 een incident heeft voorgedaan, heeft de GGZ-instelling tegen klaagster aangifte van zware mishandeling gedaan en is klaagster aangehouden. De pleegvaders van klaagsters verwijten de verpleegkundig specialist namens klaagster dat zij klaagster a) heeft meegegeven aan justitie zonder dat er nazorg was geregeld, b) bewust de communicatie over de behandeling van klaagster heeft bemoeilijkt en c) klaagster niet heeft doorverwezen naar een andere therapeutische behandelsetting in de laatste maanden van 2021.
RTG Zwolle: verklaart de klacht ongegrond.
Zitting op woensdag 26 mei 2025
Zaaknummer
C2024/2658
Partijen
Klagers/psychiater
Gemachtigde van klagers
Mw. mr. F.J. van Benthem
Gemachtigde van psychiater
Mw. mr. A.W. Hielkema
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een psychiater. Klagers zijn de ouders van een zoon (patiënt) die is overleden aan een overdosis/suïcide. Patiënt had psychiatrische klachten en vanaf jonge leeftijd te maken met complexe verslavingsproblematiek. De aangeklaagde psychiater was verbonden aan het FFACTteam (forensische flexibele assertieve community treatment) dat ambulante zorg verleende aan patiënt. Zij was de laatste twee jaar van zijn leven de regiebehandelaar en verantwoordelijk voor zijn medicatie. Klagers verwijten de psychiater onder meer dat zij tekortgeschoten is bij het voorschrijven en monitoren van de medicatie, is tekortgeschoten in het persoonlijk contact met patiënt en nalatig is geweest in het inschatten van de ernst van de psychische gesteldheid van patiënt.
RTG Amsterdam: verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.
Zaaknummer
C2024/2566
Partijen
Klager/psychiater
Gemachtigde van psychiater
Mw. mr. M.F. van der Mersch
Type zitting
Openbare zitting
Aard van de zaak
Klacht tegen een psychiater. Klager heeft een medisch adviesbureau opdracht gegeven onderzoek te verrichten met betrekking tot zijn psychische gesteldheid, omdat zijn wapenvergunning en jachtakte waren ingetrokken. De psychiater voerde namens dit bureau het onderzoek uit. Klager klaagt er onder meer over dat hij geen klachtenregeling van de psychiater heeft ontvangen en stelt diens bevoegdheid ter discussie. Het RTG oordeelt dat de zorgaanbieder een klachtenregeling dient te verstrekken en niet de psychiater. De registratie van de psychiater in het BIG-register maakt dat hij bevoegd is het door hem uitgevoerde onderzoek te verrichten. Er bestaat geen (juridische) basis voor het moeten verstrekken van andere gegevens dan die in het BIG-register staan opgenomen.
RTG ’s-Hertogenbosch: De klacht is in al haar onderdelen kennelijk ongegrond.